WETENSCHAP | Informatie stroomt in tegengestelde richting bij verbeelding en realiteit


Soms kun je jezelf iets zo sterk inbeelden dat het lijkt alsof verbeelding werkelijkheid wordt. Maar hoe goed je dit ook probeert, jouw verbeelding die realiteit wil worden is niet opgewassen tegen de informatiestromen in je hoofd. Want de informatiestromen van verbeelding stromen in tegengestelde richting als de informatiestromen van iets dat je in werkelijkheid ziet gebeuren. Dat wijst een nieuwe studie, gepubliceerd in NeuroImage, uit. Een studie waarbij de hersenactiviteit werd gemeten van deelnemers die naar videoclips keken en deze vervolgens probeerden te herinneren.

“Een belangrijk probleem in hersenonderzoek is het kaart brengen van de functionele connectie tussen de verschillende onderdelen van het brein. Welke gebieden hebben interactie? Welke weg legt communicatie en informatie af?” zegt hoofdonderzoeker Barry van Veen in een persbericht. “We weten dat het brein niet fungeert als verschillende onafhankelijke gebieden, maar als een netwerk van gespecialiseerde, samenwerkende gebieden.”

Bron: Talentstam.wordpress.com

Bron: Talentstam.wordpress.com

Voor de studie onderzochten wetenschappers van de Universiteit van Wisconsin-Madison en de universiteit van Luik de hersenactiviteiten van de deelnemers via een techniek genaamd elektro-encefalografie (EEG). Hierbij wordt een serie sensoren gebruikt om elektrische activiteit te meten langs de hoofdhuid. Deze activiteit ontstaat uit stromen die ontstaat uit hersencellen of neuronen.

De onderzoekers waren geïnteresseerd in de stroom van informatie door de cortex, de buitenste laag van het brein. Ze bekeken twee gebieden in het bijzonder: de pariëtale kwab en de occipitale kwab. Eerstgenoemde is een hoger gelegen gebied waar zintuiglijke informatie verwerkt wordt, zoals aanraking en pijn. Laatstgenoemde is een lager gelegen gebied dat geassocieerd wordt met het interpreteren van visuele stimuli en informatie.

Nadat elektrodes op de hoofdhuid van de deelnemers werd geplaatst, kregen ze een serie korte video’s te zien. Daarna werd hen gevraagd deze opnieuw af te spelen in hun hoofd. Vervolgens vroegen de onderzoekers de deelnemers om in te beelden dat ze op een magische fiets reden. Hierbij moesten ze zich op diverse details in het bijzonder richten, zoals de vormen en de kleuren van de fiets. Tot slot kregen de deelnemers een korte video met natuurfragmenten te zien.

De onderzoekers gebruikten een algoritme om de data te analyseren, waarna ze konden vaststellen in welke richting de signalen reisden. Ze ontdekten dat tijdens het verbeelden er een toenemende stroom van informatie van de pariëtale naar de occipitale kwab was te zien. Oftewel: een toename in de top-down signaal stroom. Tijdens waarneming ging de informatiestroom in tegengestelde richting. Oftwel: een toename in bottom-up signaal stroom.

De onderzoekers noemen deze ontdekking belangrijk omdat het wetenschappers een stap dichterbij de patronen van hersenactiviteit tijdens slaap en dromen brengt. Ook is het mogelijk dat in de toekomst de wetenschap in zal zien hoe ons brein bepaalde netwerken gebruikt om informatie uit het kortetermijngeheugen te ontcijferen.