Tsjechië – Portugal 0-1 (0-0)
Het was zaak voor Tsjechië om het Portugese wonderkind Ronaldo aan banden te leggen, en in de eerste kwartfinale van het EK 2012 lukte dat in het begin van de wedstrijd heel aardig. Nani lag aan banden bij linksback Limbersky waardoor het gevaar van de Portugezen in het begin al spoedig in de kiem gesmoord werd.
Dat veranderde gaandeweg de eerste helft. Ronaldo kreeg steeds meer ruimte en vrijheid, en kon zich met groter wordend gevaar steeds meer onderscheiden.
Zo ging een vrije trap net over en ook een mooie omhaal trof geen doel. De mooiste actie bleef echter uit tot in de laatste minuut van de eerste helft. Ronaldo kreeg de bal in het strafschopgebied aangespeeld, nam knap aan en schoot uit de draai op de paal.
Na rust ging Portugal door waar het aan het einde van de eerste helft was gebleven. Maar nu was het niet alleen Ronaldo die kansen kreeg (via vingertoppen van Cech wederom een bal op de paal), maar ook Hugo Almeida (net over gekopt) en Joao Moutinho (afstandsschot) werden gevaarlijk voor het Tsjechische doel. Na de vele aanvallende impulsen leek de Portugese storm te bedaren, en leek het duel af te stevenen op een gelijkspel. Maar wie anders dan de Portugese held Ronaldo besliste het duel zo’n tien minuten voor tijd. In die tien minuten kwam Tsjechië geen moment nog in de buurt van het Portugese doel, waardoor donderdag de eerste ploeg van de halve finales bekend was.
Duitsland – Griekenland 4-2 (1-0)
Duitsland is voor ondergetekende op het moment de enige ploeg met de kwaliteiten en het teamspel om het kampioen Spanje lastig te maken. Dat werd eens te meer duidelijk tegen het onthutsend zwakke Griekenland.
De Grieken konden immers bouwen op een verdediging die in kwalificatiereeks opvallend vaak de nul hield. Ook kregen de Grieken maar heel weinig doelpunten tegen in die kwalificatie, waardoor de wedstrijd op voorhand een eenzijdige loopgravenoorlog zou worden. Met Duitsland in het offensief, en de Grieken ingemetseld in de verdediging.
De Griekse keeper, de vanuit alle hoeken ballen op zich af zag komen, oogde vrij onzeker. Dat vuurde de Duitser alleen nog maar meer aan. Het duurde echter bijna veertig minuten voordat de Duitser scoorden, wat toch een klein wonder mocht worden genoemd.
Na de rust gebeurde er iets wat niemand had verwacht, hoewel de Grieken dat bijna iedere wedstrijd doen waarin ze achter komen: ze scoorden de gelijkmaker. Een snelle, goed uitgevoerde counter stelde oud-Heerenveen speler Samaras in de gelegenheid om de 1-1 binnen te frommelen. Opvallend moment volgde direct daarop, toen Neuer het been van Samaras nog even leek vast te pakken.
De Griekse vreugde was echter van korte duur. Khedira schoot snoeihard de 2-1 binnen, waardoor de Grieken weer terug bij af waren. Dat eerste Duitse doelpunt in de tweede helft gaf het startsein voor een klein kwartiertje van doelpunten maken. In minder dan vijftien minuten tijd liepen de Duitsers doodsimpel uit naar een 4-1 voorsprong.
Ze weigerden echter de Grieken volledig kapot te spelen, en gaven de voormalig Europees kampioen zodoende nog de eer van een treffer: een ongelukkige handsbal van Boateng zorgde ervoor dat Salpingidis de penalty mocht benutten. Maar er overheerste maar één gevoel na afloop: de gretigheid, de passie en de wil om te winnen waarmee de Duitsers dit toernooi spelen. Wat ondergetekende betreft na Spanje dé ploeg die Europees kampioen kan worden.
Spanje – Frankrijk 2-0 (1-0)
Vooraf werd gesproken over de mooiste kwartfinale van het toernooi. Twee grootmachten tegen over elkaar, dat kan alleen maar vuurwerk en spektakel opleveren. Niets was minder waar.
Toegegeven, het spel van de Spanjaarden was bij tijd en wijle fenomenaal. Hoe makkelijk de bal rondgaat bij de ploeg geeft de andere landen toch te denken.
Maar het schokkendste van de avond was Frankrijk. Onthutsend zwak gaf het partij tegen Spanje. En zoals gezegd: Spanje speelt buitenaards goed voetbal, maar Frankrijk heeft de voetballers om het de Spanjaarden lastig te maken. Maar geen enkel moment kwam de halve finale in gevaar voor Spanje.
Linksback Jordi Alba speelde een bijzonder goede wedstrijd, en bekroonde dat al na 19 minuten door aan de basis te staan van de 1-0. Iniesta speelde de opgekomen Alba vrij en diens voorzet belandde bij Xabi Alonso die de 1-0 binnen kopte.
Hoe anders was het op rechts bij de Spanjaarden. Daar speelde Arbeloa, alweer, verbijsterend zwak. Ribery liet zijn man aan die kant lopen, al was eerst nog niet duidelijk waarom. Maar toen Arbeloa enkele acties en voorzetten verder was, bleek dat Ribery daarmee geen inschattingsfout had gemaakt. Als Arbeloa vervangen zou worden door een goede rechtsback, staat er een compleet Spanje op het veld.
Toegegeven, ook zonder Arbeloa al te veel in het spel te betrekken, was Spanje nog altijd heer en meester op het veld.
Na de rust probeerde Frankrijk met dezelfde elf namen maar in ietwat gewijzigde opstelling het de Spanjaarden wél moeilijk te maken, maar op een kans voor Debuchy na, mocht dat niet baten. Sterker nog: het was Spanje dat op het einde van de wedstrijd nog een penalty mocht nemen. Zodoende kon jubilaris Xabi Alonso (hij speelde zijn 100e interland) het feestje compleet maken door een tweede doelpunt te scoren, en een plek in de halve finales veilig te stellen.
Engeland – Italië 0-0 (0-0) 2-4 na strafschoppen
Eindelijk was er de rust bij Engeland. Eindelijk was er weer eens vertrouwen. En het volk geloofde in bondscoach Hodgson. Toch mocht het niet zo zijn voor Engeland.
De beginfase van de wedstrijd was als geen andere kwartfinale die al eerder waren gespeeld: beide ploegen voetbalden om aan te vallen. Dat resulteerde na welgeteld zes minuten voetbal al in twee enorme kansen, elk land eentje: De Rossi trof paal en Johnson trof Italiaanse keeper Buffon op zijn weg.
Het vuurwerk hield aan, zij het getemperd. Engeland nam het heft in handen, zonder dat het daarbij echt gevaarlijk werd. De Italianen combineerden veel en vaak ook iets beter dan de Engelsen.
Na een half uur voetbal lukte het de Italianen om zich onder de druk van de Engelsen uit te combineren. Zo zag Cassano zijn inzet gered worden door Joe Hart en schoot Balotelli net over.
Na rust was Italië de betere ploeg. Af en toe lukte het Engeland om met een plaagstootje uit de verdediging te kruipen, maar meer zou het niet worden.
In de verlenging werd twee zaken duidelijk. Allereerst had Engeland vooraf op penalty’s geoefend, en het was evident dat de ploeg voetbalde om daar te geraken. Italië was er alles aan gelegen om de penalty’s de vermijden. Diamanti raakte namens Italië de paal en Nocerino’s treffer werd afgekeurd wegens buitenspel.
Het kwam dus op penalty’s aan. En hoewel de Engelsen daar veel op hadden geoefend was dat niet te zien. Montelivo mist nog namens Italië, maar daarna faalden twee Engelsen waardoor Italië met een behoorlijk aantal speelminuten in de benen zich gaan opmaken voor de halve finale tegen Duitsland.